Hieronder vindt u de jongste recensies. Selecteer een genre, vervolgens selecteer de recensie die u wenst u te bekijken en klik tenslotte op 'Lees recensie'.
In 2016 publiceerde Conny Braam de historische roman ‘Ik ben Hendrik Witbooi’ over de leider van de Nama-stam in Zuidwest-Afrika (het huidge Namibië) en diens verzet tegen de Duitse kolonisatiedrang eind negentiende, begin twintigste eeuw. Braam schreef de roman vanuit haar betrokkenheid bij de Zuid-Afrikaanse geschiedenis (ik denk hier aan haar verzet tegen de apartheid in illo tempore) en bij de geschiedenis van het Afrikaanse continent in het algemeen. Met ‘Wij zijn de wrekers over dit alles’ neemt ze de draad weer op van de Witbooi-familie. Centrale figuur is dit keer Jakob, de kleinzoon van Hendrik. Overtuigd door de (overigens nooit nagekomen) belofte van onder meer Churchill dat voor wie dienst neemt in het leger na het beëindigen van de oorlog tegen nazi-Duitsland vrijheid en zelfbeschikkingsrecht is weggelegd, vertrekt Jakob als lid van het Zuid-Afrikaans korps voor luchtafweer naar het front. Conny Braam balt haar verhaal over Jakob samen in de tijdsspanne van 1942 tot 1948, het moment waarop Jakob terug in zijn land is aangekomen. Wat hem in die periode overkomen is, oogt weinig fraai. Na de slag om Tobroek wordt hij samen met zijn strijdmakkers krijgsgevangen gemaakt en volgt een periode van vernederingen, verplichte tewerkstelling (onder meer in de IG Farben-verffabriek bij Aushwitz), de in onmenselijke omstandigheden afgelegde uittocht uit Auschwitz als de bevrijders eraan komen… Wat het geheel blijvend leesbaar en intrigerend maakt, is de manier waarop Braam via een aantal nevenpersonages duidelijk laat aanvoelen waar het Jakob Witbooi om te doen was. Er is de blijvende inzet die hij betoont voor zijn vriend-in-het-kamp Jantjie, die als homoseksueel nog meer aan de zijlijn wordt geplaatst dan de andere krijgsgevangenen; er is de vriendschap met de Hollandse jood Wolfie Waterman die later in Zuid-Afrika een medestander zal worden van Jakob in hun gezamenlijke strijd tegen de apartheid; er is het portret van kapitein Dirk Geldenhuys, overtuigd van de belangrijkheid van het ‘baasskap’, de superioriteit van de blanken. Dat Jakob de gevangenschap overleeft, ook al heeft hij een andere (joods klinkende) identiteit aangenomen, heeft alles te maken met zijn doorzettingsvermogen, zijn geloof dat ‘er altijd een reden is om door te gaan. Ik kom uit de woestijn dus ik weet dat zelfs tijdens de meest uitzichtloze droogte altijd diep verborgen in het zand nog zaadjes overleven. Net als je denkt dat alle leven dood is, ontkiemt er zomaar eentje en dan ineens bloeit er ergens in die eindeloze vlakte een bloem.’ (p. 263) Met haar roman over Jakob Witbooi voegt Conny Braam een boeiende en belangrijke schakel toe aan haar project over de strijd die kleurlingen en zwarten hebben gevoerd en nog steeds voeren in Zuid-Afrika.
kunsttijdschriftvlaanderen.be gebruikt technische cookies die noodzakelijk zijn voor de werking van de website.