Griekse symposia en Romeinse bacchanalen: daar stellen we ons liters wijn bij voor. Maar hoe die wijn in de oudheid werd geproduceerd, en hoe de Grieken en Romeinen zelf over wijn dachten, daarover zijn we minder geïnformeerd. Classicus Fik Meijer en wijnboer Ilja Gort sloegen daarom de handen in elkaar en brachten al hun kennis over oudheid en wijn samen in een boek.
In ‘Wijn als een Romein’ leggen zij eerst uit hoe de wijncultuur is ontstaan en de mediterrane wereld heeft veroverd. Daarna valt hun boek uiteen in twee grote delen: wijn in Griekenland en wijn in Rome. Er zit chronologie in hun verhaal, ze eindigen ook met de val van het Romeinse rijk, maar binnen elk deel behandelen ze vooral thematisch de vele aspecten van wijn: de wijnstokken, de druiven, de wijngaarden, het wijnservies, de import en export van wijn, het plezier en de gevaren van wijndrinken … Er is werkelijk geen vraag over wijnbouw en het wijndrinken die niet aan bod komt.
Het boek vormt een aaneensluiting van zeer behapbare stukjes met duidelijke tussentitels. Het verhaal is daarom ook goed te volgen voor wie weinig weet over de oudheid of geen wijnkenner is. Omdat Meijer en Gort hun thema heel ruim benaderen, kom je ook veel te weten over andere domeinen uit de oudheid: religie, filosofie, literatuur, mythologie, feesten, transport, oorlogen, handel en landbouw. Voor de informatie over de productie en de verspreiding van de wijn, verwijzen de auteurs vaak naar archeologische vondsten. Voor de visie op wijndrinken en dronkenschap putten de auteurs uit werken uit de oudheid, zoals die van Plinius de Oudere, Horatius, Juvenalis, Martialis, Petronius en Ausonius.
Meijer en Gort vormen een complementair duo: de een is een kenner van de oudheid, de ander weet alles over wijn. Wat ze delen, is overduidelijk hun liefde voor het onderwerp. Doorheen het boek lassen beide auteurs geregeld even een persoonlijke uitweiding in. Bij Meijer gaat het dan vaak over vondsten in de onderwaterarcheologie, een discipline waar hij heel gepassioneerd weet over te vertellen, of over leuke wijnanekdotes die hij bij schrijvers uit de oudheid heeft gelezen.
Gort neemt de technische kant van het wijnverhaal voor zijn rekening en geeft ook enkele concrete wijntips, waarbij hij niet enkel oog heeft voor Griekse en Romeinse wijnen, maar zelfs wijnen uit Armenië of Israël suggereert. Hij zorgt ook voor de link naar wijn in modernere tijden, door in te gaan op bv. de toevoeging van sulfiet, de introductie van het wijnglas of de uitvinding van de champagnefles. Beide auteurs hebben een vlotte schrijfstijl, maar Gort probeert soms te beeldrijk en grappig te zijn. Bovendien komt de eigen inbreng wat geforceerd over, omdat gelijkaardige informatie en anekdotes ook in de algemene tekst verwerkt zijn. Maar de passie waarmee ze over wijn schrijven werkt aanstekelijk en nodigt uit een fles te kraken.