Hieronder vindt u de jongste recensies. Selecteer een genre, vervolgens selecteer de recensie die u wenst u te bekijken en klik tenslotte op 'Lees recensie'.

Zoeken  Genre 

 TitelAuteurDatum
De witte dame van de mijn (vert. Arie van der Ent) Sergej Lebedev 05/09/2025
The Très Riches Heures of Jean, Duke of Berry Mathieu Deldicque (red.) 05/09/2025
Wijsheid van een abt Bernardus Peeters en Hugo Vanheeswijck 05/09/2025
De kwetsbare tijd (vert. Hilda Schraa) Donatella Di Pietrantonio 05/09/2025
Kunst als levenshouding. De collectie Marlies & Jo Eyck in het Bonnefanten Paula van den Bosch (red.) 05/09/2025
Valentino & De Moeder (vert. Jan van der Haar) Natalia Ginzburg 05/09/2025
De Gallaghers. De ondergang en miraculeuze wederopstanding van Oasis P.J. Harrison 05/09/2025
Na de oorlog. Twaalf vertellingen (vert. Irving Pardoen) Graham Swift 19/08/2025
Een Venetiaans spel (vert.: Anda Schippers) Philip Gwynne Jones 18/08/2025
Asfalt Niels van Droogenbroeck 18/08/2025
De weemoed van de reiziger. 14 plekken, 14 verhalen Jan Brokken 18/08/2025
Hoe word ik een leuk oud mens? Kolet Janssen 18/08/2025
Waar gaat het heen? En wat kan ik doen? Lucas De Man 18/08/2025
Rebecca (vert. J.N.C. van Dietsch) Vijfde druk Daphne Du Maurier 18/08/2025
Notities voor John (vert. Koos Mebius) Joan Didion 18/08/2025
Tandenjager Auke Hulst 18/08/2025
Het jaar van de kogelvis Jos Pierreux 18/08/2025
Het geschenk Gaea Schoeters 18/08/2025
Barre zomers Guy Prieels 18/08/2025
De zomer van 1945. Van de Alpen tot de Stille Oceaan: het dramatische eindspel van de Tweede Wereldoorlog in acht capitulaties James Holland en Al Murray 30/07/2025
12345678910...Laatste

De republiek of de dood. Philippicae en brieven. Vertaald en toegelicht door John Nagelkerken

Cicero
De republiek of de dood. Philippicae en brieven. Vertaald en toegelicht door John Nagelkerken
Athenaeum - Polak & Van Gennep, 2020, 412 blz., EUR 29,99
ISBN: 9789025310714

Wellicht de meest beschreven periode van de Romeinse geschiedenis, misschien wel van de hele oudheid, is de eerste eeuw voor Christus, waarin de Oude Republiek overgaat in de keizertijd. Wie in de materie geïnteresseerd is, heeft waarschijnlijk al veel leesvoer op de plank staan. Rubicon van Tom Holland is heel bekend, maar veel auteurs hebben zich aan een relaas van de gebeurtenissen gewaagd, waarbij ze al dan niet focussen op een bepaalde periode: de opkomst en ondergang van Caesar, Octavianus die zijn principaat uitbouwt of een overzicht van de hele eeuw.                               
Dat er zo veel lectuur voor handen is, heeft niet alleen te maken met het belang of het opwindende karakter ervan, maar ook met het overgeleverde bronnenmateriaal. Eén van de hoofdverantwoordelijken daarvoor is Marcus Tullius Cicero: advocaat en redenaar, actief als filosoof, maar ook als politicus, verdediger van de oude republiek waar de Senaat de lakens uitdeelde. John Nagelkerken focust in De Republiek of de dood op een heel korte periode, van 15 maart 44 tot 27 juli 43 voor Christus, en hij pakt het anders aan. Mochten schrijvers regisseurs zijn, dan waren de meeste boeken documentaires waar een vertelstem de gebeurtenissen beschrijft. Dit boek neemt een andere vorm aan, een waarbij de hoofdpersonage zelf aan het woord komt, soms als in een interview, soms op archiefmateriaal van publieke optredens. Tussen die fragmenten houdt een voice-over ons bij de les of verbindt die de verschillende eindjes aan elkaar.                   
We lezen in Cicero’s persoonlijke brieven (aan zijn vriend Atticus, aan andere kennissen, soms van anderen die in hetzelfde corpus zijn overgeleverd) hoe hij de situatie vlak na de dood van Caesar inschatte en hoe hij actief probeert de gebeurtenissen naar zijn hand te zetten, onder meer door de jonge Octavianus te bewerken, die Caesar onverwachts in zijn testament als opvolger aanduidde. We zien hem echter ook aan het werk in de Senaat, waar hij uitvaart tegen Marcus Antonius. Nooit vies van wat zelfoverschatting noemt hij die de Philippische redevoeringen, waarmee hij zichzelf vergelijkt met Demosthenes en impliciet ook Antonius met Philippos van Makedonië gelijkstelt.                         
Waar Cicero niet aan het woord is, houdt John Nagelkerken het kort en to the point. De inleiding is helder en goed en tussen de brieven en redevoeringen door worden de omstandigheden en belangrijkste personages geschetst. Ook de vertaling is helder, al houdt hij zich wel aan de lange en soms complexe periodes die Cicero hanteert, maar die, zeker in de redevoeringen, zo kenmerkend zijn voor zijn stijl. In voetnoten wordt verder uitgeweid over allusies die die voor ons niet meer duidelijk zijn of wordt extra info verstrekt.                                                 
Het mooie aan deze manier van werken is dat het meer beklijft dan een pure beschrijving kan doen. Als je weet hoe het afloopt, lezen Cicero’s loftuitingen op Octavianus zeer wrang. In zijn laatste brief, aan Brutus die op dat moment in Griekenland zit, voorvoelt hij al dat het de verkeerde kant opgaat: Octavianus is iemand met karakter, maar op een plooibare leeftijd. Hij hoopt dat de republiek er geen spijt van zal hebben dat hij hem probeerde te begeleiden. En half jaar later zaten Octavianus en Antonius in Bologna bijeen en stelden ze een lijstje op van personen die een alliantie tussen hen beiden in de weg stonden. Antonius wou zijn nemesis weg, en Octavianus bleek inderdaad plooibaar. Cicero zwierf toen al een tijdje van landgoed naar landgoed, nog naarstig schrijvend aan zijn laatste filosofische traktaten, maar werd op 7 december in Caieta door een gewapende groep om het leven gebracht. De republiek of de dood? Het werd voor Cicero het laatste, al bleek ook het eeuwige leven voor hem weggelegd.

[Dieter Wildemauwe - 14/09/2020]