Van Professor emeritus Raymond Detrez, specialist van de geschiedenis van de Balkan en van Centraal- en Oost-Europa, verscheen Byzantijns Europa. Een geschiedenis. Reeds eerder publiceerde hij o.a. Rusland. Een geschiedenis (herziene editie 2015) en De Balkan. Een geschiedenis (2016). In dat laatste werk gaf hij een overzicht van de geschiedenis van Zuidoost-Europa, van de verovering van het schiereiland door de Osmaanse Turken in de 14de eeuw tot de Euro-Atlantische integratie vandaag en beschreef hij hoe de orthodox-christelijke erfenis van Byzantium zich in het islamitische Osmaanse Rijk min of meer kon handhaven. Dat genereerde een bijzondere Balkancultuur.
Het voorliggende werk Byzantijns Europa. Een geschiedenis gaat over wat daaraan voorafging: de geschiedenis van de Balkan in de pre-Osmaanse of Byzantijnse periode. Het is dus geen geschiedenis van het Byzantijnse rijk dan wel van de middeleeuwse staten, die zich vormden op wat ooit Oost-Romeins en later Byzantijns gebied in Europa was en die kunnen beschouwd worden als de voorlopers van moderne Balkanstaten. Professor Detrez besteedt vooral aandacht aan de onbewust unificerende manier waarop Byzantium op het ontstaan en de ontwikkeling van deze middeleeuwse staten inwerkte.
Detrez begint met het geografische kader van de Balkan te schetsen. Vervolgens behandelt hij de oorsprong van Byzantijns Europa met de transformatie van het Oost-Romeinse tot Byzantijnse rijk, de Byzantijnse instellingen en het Grieks orthodoxe christendom. Dan volgt uitgebreid de geschiedenis van de Slavische staten in interactie met het Byzantijnse rijk. Dat laatste bleef altijd het referentiepunt voor die Slavische staten, niettegenstaande de bewogen geschiedenis van dat Byzantijnse rijk (Vierde kruistocht en territoriale verschrompeling onder invloed van de Osmaanse expansie).
Bijzonder verhelderend zijn de laatste drie hoofdstukken. Byzance après Byzance gaat over wat er na de Osmaanse verovering op de Balkan van het Byzantijnse rijk bleef bestaan. Toen ontstond in het Osmaanse rijk een unieke supra-etnische religieus-culturele gemeenschap van orthodoxe christenen, die ongeacht haar etnische origine, drager werd van een gemeenschappelijke ‘orthodox-christelijke cultuur in het Grieks’, die Detrez ‘Romeïsch’ noemt. Het einde van Byzance après Byzance kwam er toen het Romeïsche samenhorigheidsgevoel het uiteindelijk moest afleggen tegen de nieuwe seculaire religie van de etnische natie. In deze hoofdstukken schrijft Detrez bijzonder intrigerende passages over de talen en deconstrueert hij de nationalistische geschiedschrijving op de Balkan.
De opbouw en de enigszins encyclopedische benadering van het boek verraden de oorsprong ervan als een universitaire cursus. Professor Detrez biedt zowel studenten als de geïnteresseerde leek een degelijk overzicht, dat onmiskenbaar bijdraagt tot historisch inzicht in de achtergrond van een regio die veel West-Europeanen maar kennen als een vluchtige vakantiebestemming. Inzicht in en begrip voor de mentaliteit van de actuele Balkan kan maar door terug te gaan naar de eeuwenlange wortels van die mentaliteit. Daartoe is dit boek alvast een stevige aanzet. Een lijst van middeleeuwse vorsten, een relevante bibliografie, verzorgde zwart-wit-kaarten en een degelijk register sluiten dit erudiet werk af.