De Engelse historicus Andrew Roberts is bekend van zijn politiek-militaire geschiedenis van de Napoleontische oorlogen en de Tweede Wereldoorlog en zijn lijvige historische biografieën van Napoleon en Churchill. In 2014 publiceerde hij Napoleon de Grote, waarvan nu een derde druk verschijnt.
Napoleon (1769-1821) blijft tot de verbeelding spreken. Niettegenstaande verbannen na de door hem verloren Slag van Waterloo (1815) en juist tweehonderd jaar geleden overleden in zijn onherbergzame verbanningsoord op Sint-Helena in de Atlantische Oceaan, ligt hij vandaag centraal begraven in de Dôme des Invalides in Parijs. Waterloo, nochtans zijn ultieme nederlaag, wordt meer geassocieerd met Napoleon dan met zijn overwinnaars. En het is een Engelse historicus die de voorliggende biografie van de Fransman schreef.
Andrew Roberts wijst in zijn inleiding op het versplinterd en evoluerend historiebeeld over Napoleon, dat afwisselt tussen verguizing en bewondering en dat nogal eens het politieke standpunt van de historicus in kwestie reflecteert. De auteur probeert zoveel mogelijk terug te grijpen op Napoleons eigen woorden en de bronnen uit zijn onmiddellijke omgeving, hoewel die uiteraard in hoge mate gekleurd waren door de positie die de informant t.o.v. Napoleon innam. Roberts maakt ook systematisch gebruik van de 33.000 bewaard gebleven brieven, die sinds 2004 opnieuw en ongecensureerd werden uitgegeven. Die briefwisseling, waaruit de tomeloze dadendrang van Napoleon van elk blad afspat, vormt de grondslag van de biografie en maakt een nieuw Napoleonbeeld mogelijk. Ook bezocht de auteur als militair historicus drieënvijftig van de zestig Napoleontische slagvelden.
Roberts vertelt het levensverhaal van Napoleon in eenendertig hoofdstukken, gegroepeerd in drie delen: opkomst tot aan de staatsgreep van 18 Brumaire (1769-1799), heerser (1799-1811) en afloop (1811-1821). Het politiek-militaire krijgt de meeste aandacht, maar toch heeft Roberts ook oog voor andere aspecten, zoals Napoleons hervormingen.
In de conclusie verantwoordt Roberts de titel ‘Napoleon de Grote’. Hij argumenteert dat vooreerst met Napoleons prestaties als veldheer: hij verloor maar zeven van de zestig veldslagen en had een instinctief en feilloos gevoel voor topografie en tactiek. Hij was zonder meer op land een militair genie, maar niet op zee. Maar er is meer. Roberts ziet hem als laatste van de verlichte despoten, maar dan wel van een verlichting te paard. Hij werd grondlegger van het moderne Frankrijk door het feit dat hij de aspiraties van de eerste fase van de Franse Revolutie realiseerde: gelijkheid voor de wet, rationeel bestuur, meritocratie. Hij schafte onbruikbare hervormingen, zoals de revolutionaire kalender, af. Vooral gaf hij op stapel staande hervormingen hun duurzame vorm, zoals o.a. het openbaar onderwijs en infrastructuurverbeteringen. Roberts verheelt niet de negatieve aspecten van Napoleons regime, zoals perscensuur, geheime politie, gemanipuleerde plebiscieten, herinvoering van de slavernij, maar stelt dat het geen totalitaire dictatuur was.
Negenentwintig kaarten, twee stambomen en een kleurenkatern met zesentachtig afbeeldingen en een uitvoerige notenlijst en bibliografie vervolledigen dit werk, dat zich vlot laat lezen en het statuut heeft van een standaardbiografie.