Traditiegetrouw stelt Uitgeverij Vrijdag in het colofon de lezer de vraag wat hij van het boek in kwestie vindt. Wat ‘Op de weg van Appia’ betreft, kan ik kort zijn: dit reisgedicht is de aankoop waard, en vast niet alleen om het originele kaftontwerp. Michaël Vandebril neemt je in zijn gedichten mee op reis, van Rome naar Brindisi, in mooie, gevoelige soms kwetsbare verzen waarin hij mijlpalen uit de Romeinse en Italiaanse geschiedenis en cultuur schijnbaar moeiteloos vermengt met mijmeringen, dagdromen, een goede fles frascati, odes aan vriendschappen en liefde, pure schoonheid. De dichtbundel is opgedragen aan Vandebrils vader die gidst in de Catacombe van San Callisto. Van jongsaf, zo vertelt de dichter in het nawoord, reisde het gezin Vandebril naar Rome waar de jonge Michaël in de ban raakte van ‘Via Appia Antica’. Vandebril houdt het echter niet bij de verre herinneringen uit zijn kinderjaren, hij heeft zich uitgebreid gedocumenteerd bij o.a. Horatius, de Engelse archeoloog Thomas Ashby, Aafjes, Freud, Brecht en Fik Meijer. Op hun weg van Appia, die ze samen liepen, liet Bart Pluym, die de bundel voorziet van prachtige illustraties, zich inspireren op de aquarellen van Carlo Labruzzi die in 1789 Sir Richard Colt Hoare vergezelde op zijn Grand Tour door Italië. Zijn tekeningen maken van deze bundel een echt hebbeding. Zo komt een ‘capriccio’ dus tot stand, als twee geestesverwanten de handen in elkaar slaan en hun reiservaringen over de Via Appia verbeelden, elkaar aanvullend zoals enkel vrienden dat kunnen. Ook mooi meegenomen is het ‘advies voor de reiziger’ dat achteraan toegevoegd is. De opeenvolgende ‘stationes’ op de Via Appia worden er kort toegelicht, net genoeg om uw koffer te pakken, deze bundel bovenop. Aan iedereen die ‘de oude weg die verzen schrijft’ op wil: Buon viaggio!