Hieronder vindt u de jongste recensies. Selecteer een genre, vervolgens selecteer de recensie die u wenst u te bekijken en klik tenslotte op 'Lees recensie'.
In ‘Chinatown’ schrijft Ronelda S. Kamfer op een heel directe manier over haar vader, ‘zijn favoriete bestemming is Chinatown / want hij voelt zich thuis bij de nepweelde de glimmende toep / die pijn aan je ogen doet en de geur van nutteloosheid’ (p. 15). Kamfer schrijft in het Kaaps Afrikaans, dat met zijn invloeden van het Engels en, de straattaal afwijkt van het Standaard Afrikaans. Voor vertaler Alfred Schaffer (de gedichten worden naast elkaar opgenomen in de originele versie én de vertaling) was het telkens afwegen hoe en of bepaalde zinswendingen al of niet bewaard dienden te worden. Neem bovenstaande verzen, die in de Kamfer-versie zo luiden: ‘sy favorite plek om na toe te gaan is Chinatown / want hij relate met die fake wealth die shiny kak / wat jou oë brand en die reuk van uselessness’. Wat aan deze slotstrofe van het gedicht ‘Chinatown-papa’ voorafgaat, legt de thematiek van de bundel bloot: ‘mijn vader is als een Roman Polanski / omringd door oude mannen die jong bloed ruiken / draai ik me om en vraag et tu Pa?’. Ronelda S. Kamfer die, zoals blijkt uit het openingsgedicht ‘Chinatown’ in een instelling verblijft en de zondagse bezoekjes van haar familie in het Chinatown-winkelcentrum moet zien uit te zitten, schrijft over het misbruik van de kant van haar vader. Met haar probleem kon ze nergens terecht. Niet bij haar moeder die alleen weet te zeggen ‘ik heb hem de wind van voren gegeven / (…) / ik heb hem gewoon op de man af gevraagd / wil jij je eigen kind neuken’ (p. 17), of, zoals blijkt uit het gedicht ‘erger maken’ (p. 99), niet bij een vriendin (‘ze kijkt me peinzend aan / alsof ze probeert de definitie / van misbruik met mijn vierpersoonsgezin / met twee werkende ouders te rijmen’), niet bij de juf op school (‘ze schudt haar hoofd / en slaat haar armen over elkaar / alsof ze voor vandaag genoeg / verhalen over misbruik heeft gehoord’), niet op het politiebureau. Wat Ronelda S. Kamfer is overkomen, wordt doorheen de bundel in een breder maatschappelijk kader geplaatst: ‘probeer maar eens een donkere huid en kroeshaar te hebben / in een wereld die denkt dat het tegenovergestelde mooi is’ (uit het lange gedicht ‘probeer maar eens’ – p. 95-97). Maar even nadrukkelijk stelt Kamfer zich strijdbaar op: ‘en dan grijp je dat moment / en zet er een streep onder / smijt het in het eerste witte gezicht dat je ziet’( ibidem). Of, zoals het kort en krachtig luidt in dit gedicht: ‘mijn oma heeft / me geleerd / sorry te vragen / niet sorry te zeggen’ (p. 103) De verzen van Ronelda S. Kamfer snijden diep in het gemoed van de lezer. In ‘Mijn gedichten zijn geen bekentenissen’ (p. 91) schrijft ze: ‘mijn gedichten zijn niet voor feministen / mijn gedichten zijn voor de vrouwen in de keuken / mijn gedichten zijn voor zwarte en bruine jochies / in een klas vol witte kinderen / (…) / ik ruil mijn moeders as voor kruit / voor de volgende generatie / opdat die gewapend kan zijn’ (p. 91).
kunsttijdschriftvlaanderen.be gebruikt technische cookies die noodzakelijk zijn voor de werking van de website.