Hieronder vindt u de jongste recensies. Selecteer een genre, vervolgens selecteer de recensie die u wenst u te bekijken en klik tenslotte op 'Lees recensie'.
Wat zoal in gang wordt gezet als schrijfster Karlijn Spichter totaal in de war raakt met haar gevoelens als na een televisie-interview de journaliste even haar hand laat rusten op haar knie, ‘een tinteling, via mijn been naar mijn onderbuik. Dit gevoel kreeg ik al jaren alleen van Arne.’ Wat dan gebeurt heeft veel weg van een soort noodlotsvervulling: Karlijn zet het raam open van de kamer omdat na het gesprek een wat bedompte sfeer is blijven hangen, ze wil Hanna helpen met het inladen van het materiaal om zo nog even verder van haar gezelschap te genieten. Dan ‘gebeurt’ het: de deur slaat dicht, sleutels liggen boven... Karlijn belt haar vriend Arne op en die zal haar tegemoet rijden. Onderweg wordt hij aangereden door een wagen. Dood (van Arne) en verlangen (naar Hanna) zullen elkaar blijven kruisen in het leven van Karlijn. Voor haar blijven alleen ‘wat als-vragen’ over: wat als ik het raam niet had opengezet? wat als ik Arne niet had gevraagd mij de sleutels te komen brengen? Wat als ik naar mijn vriendin Laure was gegaan en daar te wachten tot Arne thuiskwam van de school waar hij lesgeeft? … Karlijn slaagt er niet in zich los te wrikken uit het knagend schuldgevoel na de dood van Arne. Robbert Welagen slaagt er in ‘Raam, sleutel’ in de lezer via een aantal elkaar snel opvolgende korte hoofdstukken het verwerkingsproces dat Karlijn doormaakt (of: moet doormaken) mee te laten beleven. Goedbedoelde raad van haar ouders en/of schoonouders doen in wezen weinig ter zake. Voor Karlijn staat die ene vraag voorop: ‘Kan het wel samengaan, rouwen om iemand en tegelijk verliefd zijn?’ (p. 134), en als een echo hiervan, de bemerking van Hanna: ‘Ik las ergens dat rouw en verliefdheid dicht bij elkaar liggen. Ze lijken op het eerste gezicht tegengesteld, maar ze zijn het niet. De lichamelijke reacties komen overeen. Onrust, slapeloosheid, hartkloppingen. Misschien versterken ze elkaar bij jou. Wordt één plus één niet twee, maar drie.’ (p. 175) De manier waarop Welagen alles in kaart brengt – en dit tot en met de relatie met Hanna en het stuklopen ervan – staat mijlenver verwijderd van het melodramatische. Subtiel aangebrachte bedenkingen (‘het ruikt hier steeds minder naar Arne’ – p. 162), de bedachtzaam aangewende symboliek (het doelloos wachten van Karlijn op de parking bij het warenhuis), het gummen in de boeken die Karlijn voor zich heeft liggen (drie publicaties spelen hier direct mee: ‘Carol’ van P. Highsmith, ‘Nooit meer slapen,’ van W.F. Hermans, ‘De voorlezer’ van Bernhard Schlink), hoe literatuur en werkelijkheid in elkaar grijpen: het maakt van ‘Raam, sleutel’ een intrigerende en bijzonder geslaagde roman.
kunsttijdschriftvlaanderen.be gebruikt technische cookies die noodzakelijk zijn voor de werking van de website.