Hieronder vindt u de jongste recensies. Selecteer een genre, vervolgens selecteer de recensie die u wenst u te bekijken en klik tenslotte op 'Lees recensie'.
Bracht Murasaki Shikibu in de “oer-roman” ‘Het verhaal van prins Genji’ met psychologische verfijning het leven in het Japanse keizerlijke hof in de elfde eeuw tot leven, dan geldt ‘De Val van de Taira’ als een mannelijk strijdersepos. Dit epos is een vrije bewerking van historische stof uit de twaalfde eeuw, namelijk de strijd tussen twee clans, de Taira en hun rivalen de Minamoto, allebei erfelijke krijgersdynastieën in dienst van de opeenvolgende keizers, waarbij de Taira-clan uiteindelijk het onderspit delft. Het verhaal is ook al zonder de door vertelplezier veroorzaakte zijpaden zo ingewikkeld en de Japanse namen zijn voor Nederlandstalige lezers zo verwarrend dat de vertaler gewaagt van “het Taira-labyrint” en het nodig vond om in een voorwoord de dertien boeken te resumeren en een uitgebreide verklarende woordenlijst en een lijst van personages aan het 700 bladzijden tellende verhaal toe te voegen, alsook een stamboom en plattegronden. Bovendien kent de verhaalstof vele varianten. De hier door vertaler Jos Vos gebruikte versie dateert van 1371 en wordt door hem “een compendium van stijlen” genoemd. Hofkronieken, reisverslagen en boeddhistische legenden lieten hun sporen in de tekst na. Echte helden of schurken bevat dit epos niet, wel “slachtoffers van hun overmoed en arrogantie”. De personages verschillen soms grondig van wat over de historische figuren bekend is. Er wordt bij voorbeeld meer gehuild dan we van deze oude Japanse vechtersbazen zouden verwachten, schrijft de vertaler in een uitgebreid nawoord. Daarin peilt Jos Vos naar de invloed die uitgaat van dit werk dat elke Japanner min of meer bekend is. No-spelen en het latere kabuki-theater bewerkten passages uit het epos en ook de grote Basho kende zijn Taira-stof. Met al zijn ruzie en chaos bleek ‘De Val van de Taira’ niet geschikt om als nationaal Japans epos te fungeren, maar meer nog dan het aristocratische Genji-verhaal kon het gelden als een meesterwerk voor het hele volk, schrijft Jos Vos. “In het Japan van tegenwoordig hebben Kiyomori, Yohitsune en vele andere figuren uit ‘De Val’ een bekendheid verworven die nog groter is dan die van Koning Arthur of Robin Hood in West-Europa.” Misschien hoort ook Jan Breydel in dit rijtje. Deze Japanse krijgers, die net als Robin Hood vooreerst boogschutters waren, gebruikten hun zwaard niet als een snijwapen, zoals in samourai-films, maar als een soort weinig schedelvriendelijke goedendag. Dus toch een beetje Breydel.
kunsttijdschriftvlaanderen.be gebruikt technische cookies die noodzakelijk zijn voor de werking van de website.