Bomaanslagen, moorden op staatshoofden en hooggeplaatste politici, verijdelde pogingen daartoe en geruchten over nog veel ernstigere geweldsdaden die komen en gingen, dreven regeringen, diplomaten en politiemensen in elkaars armen. Eind negentiende eeuw joegen politiediensten op anarchistische groepen, die aanslagen pleegden in de hoop de wereldrevolutie te bespoedigen. Hoewel eind negentiende eeuw anarchisten in de meeste landen binnen de socialistische beweging een kleine minderheid vormden, lieten zij wel degelijk van zich horen. In de burgerlijke pers werd de anarchist voorgesteld als een sinistere figuur, gehuld in een zwarte cape, een dolk tussen zijn tanden en een bom in zijn handen. Hij bestond echter wel degelijk.
In de jaren 1870 waren er vooral in het zuiden van Europa allerhande anarchistische opstanden, die echter allemaal snel werden neergeslagen. Vanaf de jaren 1880 begonnen anarchisten meer en meer individuele aanslagen te plegen, vooral dan onder de invloed van nihilisten en populisten in tsaristisch Rusland. Meestal gold het bomaanslagen op cafés en toneelzalen maar ook bijvoorbeeld op het Franse parlement in 1893. Hierbij vielen naar schatting 200 doden en 750 gewonden. Ophefmakende moordaanslagen werden gepleegd op de Franse president Sadi Carnot (1894), de Spaanse premier Canovas del Castillo (1897), keizerin Elizabeth ‘Sisi’ van Oostenrijk (1898), de Italiaanse koning Umberto I en de Amerikaanse president McKinley (1901).
In het grondig doorwrochte boek van de Leidse historicus Wouter Klem vormen de anarchisten niet het middelpunt maar wel de politiediensten die de anarchisten bestreden. Niettegenstaande nationalisme en internationale spanningen in Europa begonnen diverse Europese politiesecties intensief met elkaar samen te werken. Het anarchistisch terrorisme werd immers gezien als een internationaal gevaar, die samenwerking vereiste. Deze politiecellen werkten dankzij nieuwe technieken intensief samen, en boekten na verloop van tijd succes. Daarmee openden de antiterroristen gezamenlijk een nieuw tijdperk in de politiegeschiedenis, geboren uit de angst voor anarchistische bommenwerpers en meedogenloze moordenaars. Uit deze samenwerking ontstond later Interpol.
Een gedegen boek gebaseerd op grondig archiefonderzoek in diverse landen. Het is het eerste boek in het Nederlands dat aan dit onderwerp gewijd is. Hoewel Klem een goede schrijfpen hanteert, is het jammer dat het boek in een nogal kleine leesletter gevat is. Zonder meer een viersterrenboek.