Naar aanleiding van haar zeventigste verjaardag publiceert het PoëzieCentrum een ‘handboek’ over de dichteres Miriam Van hee (Gent, 16/8/1952). Na handboeken omtrent Leonard Nolens, Stefan Hertmans en Charles Ducal, een vierde handboek met bijdragen van meerdere specialisten over het volledig werk van een auteur. Miriam Van hee publiceerde haar eerste bundel in 1978. In 2022 verscheen de bundel ‘voor wie de tijd verstrijkt’. Zij werd meermaals bekroond voor haar poëzie. Het Juryrapport n.a.v. de bekroning met de Ultima voor literatuur 2017 omschrijft het werk van Miriam Van hee als “beeldrijke poëzie met op het eerste gezicht particuliere indrukken die evenwel universele gevoelens uitdrukken. Van hee is een behoedzame dichteres (…) Hoofdletters noch punten in deze gedichten, geen ferme stellingen, en al helemaal geen grote emoties – de verzen worden gekenmerkt door bescheidenheid qua vorm, qua thematiek, qua zegging, maar vooral door bedachtzaamheid. Het zijn schijnbaar onbeduidende taferelen die Van hee schetst, maar de scherpte waarmee ze observeert, maakt elk gedicht tot een intrigerende schets.” (p.7, geciteerd in de inleiding door Carl De Strycker en Yves T'Sjoen). De bundels worden elk afzonderlijk besproken door meerdere auteurs. Ook getuigenissen komen aan bod. Er zijn bijdragen van Stefaan Evenepoel, Alexander Van de Sijpe, Patrick Peeters, Geertjan de Vugt, Yves T’Sjoen, Johan Rijemerink, Barbara Kalla, Yvan de Maesschalck, Carl De Strycker, Jooris van Hulle, Dirk De Geest, Matthieu Sergier, Elke Brems, Ad Zuiderent, Luuk Gruwez en Hester Knibbe.
Net als bij de overige handboeken krijgt de lezer een interessant overzicht van en inzicht in het werk van de auteur. Zowel de respectieve analyses van de aparte publicaties, als de meer algemene bio-en bibliografische bijdragen ondersteunen de lezer in een beter begrip van het werk van de schrijver en nodigen uit zich in het werk te verdiepen. Hoewel het geen monografie in de strikte betekenis van het woord is, blijven dergelijke ‘monografieën’ meer dan welkom om zowel de lectuur van deze hedendaagse auteurs aan te moedigen, als bij te dragen tot de kwalitatieve interpretatie van deze lectuur.