Hieronder vindt u de jongste recensies. Selecteer een genre, vervolgens selecteer de recensie die u wenst u te bekijken en klik tenslotte op 'Lees recensie'.

Zoeken  Genre 

 TitelAuteurDatum
De symfonieën van Gustav Mahler Jan Auke Walburg 10/07/2024
Het Nederlandse stads- en dorpsgezicht. 1550-2000 Jim van der Meer Mohr 10/07/2024
Monsieur Hawarden Filip De Pillecyn 07/07/2024
Een week Jeroen Theunissen 07/07/2024
De macht van godinnen. Moed, verlangen, jaloezie en passie in Griekse mythen (vert. Henny Corver en Frits van der Waa) Nathalie Haynes 07/07/2024
Het uurwerk (vert. Adriaan Faber) Arnaldur Indriðason 07/07/2024
Verloren wereld in de Amstelbocht. Leven op Vlooienburg, 1600-1815 Maarten Hell 07/07/2024
De stormachtige zestiende eeuw van Alkmaar en omgeving Simone van der Vlugt 07/07/2024
De verdwijning van Peter Treckpoel Rick de Leeuw 07/07/2024
Het IJzeren Veulen Enny de Bruijn 21/06/2024
Het monsterschip. Maarten Tromp en de armada van 1639 Luc Panhuysen 21/06/2024
In augustus zien we elkaar. Roman (vert. Mariolein Sabarte Belacortu) Gabriel Garcia Marquez 21/06/2024
Stilte na de oorlog Nynke Kuipers 21/06/2024
Lied van de profeet (vert. Tjadine Stheeman en Lidwien Biekmann) Paul Lynch 21/06/2024
Het communistisch manifest in de 21ste eeuw Karl Marx en Friedrich Engels 21/06/2024
Bijna 90 Hopla’s Judith Herzberg 21/06/2024
Geesten van Boedapest Chris Ceustermans 21/06/2024
Hoe herken ik een fascist? Umberto Eco 21/06/2024
Van licht naar duisternis. Drie vrouwen in Wenen (1900-1938) Kris Lauwerys 21/06/2024
Betoverende stilte. Caspar David Friedrichs reizen door de tijd (vert. Gerrit Bussink en Izaak Hilhorst) Florian Illies 21/06/2024
12345678910...Laatste

De stad, de dood en de dichters. Hoe in Leiden rond 1600 alles bij elkaar kwam wat de wereld wist

Willem Otterspeer
De stad, de dood en de dichters. Hoe in Leiden rond 1600 alles bij elkaar kwam wat de wereld wist
Prometheus, 2022, 335 blz., EUR 29,99
ISBN: 9789044651072

Willem Otterspeer is emeritus hoogleraar universiteitsgeschiedenis te Leiden. Hij schreef biografieën van de filosoof Bolland, de historicus Huizinga en de schrijver W.F. Hermans. Zijn magnum opus is Groepsportret met Dame, een vierdelige geschiedenis van de universiteit van Leiden. Daarbij sluit het voorliggende werk, De stad, de dood en de dichters. Hoe in Leiden rond 1600 alles bij elkaar kwam wat de wereld wist, aan.
In een als een gedicht gestructureerd boek beschrijft Otterspeer de oprichting van de universiteit na het fameuze beleg en ontzet van Leiden in 1573-1574. Tezelfdertijd reflecteert hij op zijn eigen universitaire loopbaan.
In een poëtische inleiding, getiteld ‘De dag’, vertelt hij enkele jeugd- en studentenherinneringen, waaronder een tentoonstelling over het ontstaan van de universiteit, die als de kiemen van dit boek kunnen gezien worden.
Het corpus bestaat uit vier delen, die uitgaan van belangrijke figuren die een rol speelden in het ontstaan en de jonge geschiedenis van de universiteit. In deel I De dweper en deel II De dromer beschrijft Otterspeer aan de hand van Jan Orlers’ liefdevolle en nauwgezette Beschrijvinge der Stad Leyden en aan de hand van Jan van der Does, edelman, dichter en de eerste curator, het ontstaan van de universiteit en de jonge universiteit telkens in vier hoofdstukken: de stad, de roem, de oorlog en de universiteit.
In deel III De denker met als leidende figuur de humanist en religieus wendbare Justus Lipsius en deel IV De doener met als protagonist de standvastige stadssecretaris Jan van Hout focust Otterspeer op de vier nieuwe instellingen, die wezensbestanddelen van de jonge universiteit waren: de bibliotheek, het anatomisch theater, de betoverende plantentuin en ten slotte de mysterieuze schermschool. In de jonge universiteit van Leiden kwam bijeen wat de wereld op dat moment wist.
Tussen de delen I en II enerzijds en anderzijds de delen III en IV plaatst Otterspeer als een scharnier een deel over de dichter en vader van het Europese humanisme, Petrarca, wiens invloed op de Leidse protagonisten onmiskenbaar was en die Otterspeer inspireerde voor de structuur van dit boek als een kwatrijn.
Otterspeer eindigt met een poëtische uitleiding, ‘De avond’, waarin hij zijn wandeling als emeritus hoogleraar rondom Leiden beschrijft en reflecteert op zijn bijna halve eeuw universitaire loopbaan en de vergankelijkheid van het leven, vandaar de dood in de titel.
Otterspeer schrijft associatief. De lezer dient er zijn hoofd bij te houden en van hem wordt een haast humanistische eruditie verondersteld, maar hij wordt dan wel beloond met intellectuele vergezichten.
Een uitgebreide systematische bibliografie met verwijzingen naar primaire bronnen en een persoonsnamenregister sluiten dit persoonlijk boek af. Willem Otterspeer treedt in de voetsporen van zijn 16de-eeuwse humanistische voorgangers. Hij getuigt van zijn humanistische eruditie en zijn liefde voor de universiteit, waaraan hij vier decennia aan verbonden was. Hij brengt de puzzelstukjes van de jonge universiteit bijeen in een prachtig historisch en autobiografisch mozaïek.

[Walter Smits - 20/01/2023]