De Nederlandse historicus Olaf van Nimwegen, specialist in de militaire geschiedenis van de Republiek, schreef onder andere de gunstig ontvangen werken, “De Veertigjarige Oorlog (1672-1712)” en “De Nederlandse Burgeroorlog (1748-1815”). Nu ligt er van zijn hand “Willem V”, waarin hij een biografie presenteert van “De laatste stadhouder van Nederland. 1748-1806”.
Willem V was de zoon van Willem IV, die stierf toen Willem drie jaar oud was, en Anna van Hannover, die stierf toen hij tien jaar was. Hij werd gevormd door zijn voogd, de hertog van Brunswijk. Op achttienjarige leeftijd trad Willem Batavus, zoals hij zichzelf noemde, in functie als stadhouder. Hij huwde een Pruisische prinses, de daadkrachtige Wilhelmina van Pruisen (1751-1820), nicht van Frederik de Grote. Verliep Willems stadhouderschap aanvankelijk naar wens, dan werd 1780 een keerpunt. De moeilijkheden stapelden zich op: de vierde Engels-Nederlandse Zeeoorlog, binnenlandse spanningen, psychische problemen, weinig weerwerk tegen de patriottenbeweging, die de macht van de stadhouder wilde verminderen. Dat alles culmineerde in een burgeroorlog (1786-1787), die leidde tot een Pruisische militaire interventie en een herstel van het stadhouderlijk gezag, maar niet voor lang. De oorlog met het revolutionaire Frankrijk (1793-1795) veroorzaakte de vlucht van de stadhouderlijke familie. Willem Batavus overleed in ballingschap in Brunswijk.
Willem V was dan wel de eerste Oranje die vanaf zijn geboorte was voorbestemd tot de functie van erfstadhouder van alle zeven provincies van de Republiek en daarmee potentieel de machtigste stadhouder uit de Nederlandse geschiedenis, maar deze verwachting bleek hij niet te kunnen waarmaken. Hij gold daarentegen lange tijd als de minst capabele van de stadhouders van de Republiek.
Met deze biografie wil Van Nimwegen dat sterk door de patriottenbeweging bepaalde historiebeeld van Willem V bijstellen en door een analyse van Willems opvattingen en handelingen en door de observaties van zijn tijdgenoten tot een meer eerlijk oordeel over de laatste stadhouder komen. De auteur ziet dit werk complementair aan zijn boek uit 2017, De Nederlandse Burgeroorlog (1748-1815), waarin hij zijn focus vooral richtte op de patriottenbeweging en de rol van Willem V in het binnenlandse conflict. Het werd hem toen duidelijk dat om de prins echt te begrijpen een uitgebreidere biografie noodzakelijk was.
In de inleiding gaat de auteur in op zijn onderzoeksthema’s en de rijke hoeveelheid, maar met de nodige historische kritiek te raadplegen bronnen. Hij volgt Willems leven chronologisch in dertien hoofdstukken, die telkens afgesloten worden met een conclusie, en eindigt met een genuanceerde slotbeschouwing. Hij beschrijft goed de historische context, de ingewikkelde machtsverhoudingen en het functioneren van Willem V daarin en maakt uitgebreid gebruik van privébrieven en dagboeken, pamfletten en eigentijdse literatuur.
Zwart-witillustraties in de tekst en achteraan drie bijlagen, een uitgebreide bronnenlijst, een beknopte genealogie van het Huis van Oranje en twee registers vervolledigen deze genuanceerde biografie van de laatste stadhouder. Met die van Ronald De Graaf over Johan Willem Friso (1867-1711) en die van Fred Jagtenberg over Willem IV (1711-1751) kregen daarmee alle 18de-eeuwse stadhouders hun moderne biografie.