Hieronder vindt u de jongste recensies. Selecteer een genre, vervolgens selecteer de recensie die u wenst u te bekijken en klik tenslotte op 'Lees recensie'.
Hugo Adema is de hoofdpersoon van dit familie-epos waarin een groot aantal motieven en verhaallijnen met elkaar verbonden zijn. Het is een verhaal over een klassieke broederstrijd tussen de tweeling Hugo en Willem die elkaars tegenpolen zijn en elkaar als kind al naar het leven stonden. De onderlinge strijd werd zo erg dat de ouders besloten een van de twee uit huis te plaatsen en bij de grootouders onder te brengen. Het lot trof Hugo die het besluit van zijn ouders als een verbanning ervaarde. De grootvader Adema is een succesvolle ondernemer met een duister oorlogsverleden dat geregeld in de pers opduikt als hij in het nieuws is. Als de roman begint, viert de familie de honderdste verjaardag van de stamvader en treurt Hugo om zijn verdwenen geliefde Loïs. Hugo is een buitenbeentje in de familie; hij schildert en heeft niets met het materialisme dat de rest van de familie beheerst. Ontredderd door zijn verbroken liefde keert hij terug naar het familielandgoed in Wassenaar om het schilderen weer op te nemen. Door een toeval komt Hugo in contact met zijn vroegere gouvernante Beth die in armoedige omstandigheden haar laatste dagen slijt. Na haar dood vindt hij tussen haar spullen de oorlogsdagboeken van zijn grootvader. Ook komt hij erachter dat zijn vader nog een gehandicapte zuster heeft die in een inrichting is ondergebracht. Terwijl Hugo zich steeds meer verdiept in het verleden, werkt zijn broer Willem aan de toekomst van het familiebedrijf: hij laat het grootste schip ter wereld bouwen, een super catamaran, De Boreas. Zo vormen de twee broers een duidelijke tegenstelling die een van de dragende thema’s van de roman vormt: het inspirerende geestelijke (kunst) tegenover het vernietigende materialisme (kapitalisme). De ontdekking en lezing van grootvaders oorlogsdagboeken brengt een ommekeer teweeg in het leven van Hugo. Hij ontdekt dat zijn grootvader als lid van de SS vreselijke oorlogsmisdaden heeft begaan in Oekraïne en Rusland. Door tijdig zich aan de sluiten bij een vage verzetsgroep in Den Haag weet Adema na de oorlog zijn gerechte straf te ontlopen. Hij vlucht naar de Caraïben en bouwt daar een offshore-imperium op. Terug in Nederland vestigt hij zich in Wassenaar. Al die jaren verzwijgt hij zijn oorlogsjaren, hoewel er rond hem de zweem van een duister verleden blijft hangen. In het koetshuis van het landgoed, op een steenworp afstand van het verblijf van zijn grootvader, maakt Hugo een reeks schilderijen, geïnspireerd op het oorlogsverleden van Adema. Door ze ten toon te stellen in de Bodonzaal van museum Boijmans onthult hij het familiegeheim aan de hele wereld, zoals zijn vriendin Loïs in Amsterdam met een fototentoonstelling hun liefdesverhouding te kijk zet. Tegelijkertijd organiseert broer Willem een grootste presentatie van het grootste schip van de wereld. De drie manifestaties markeren kernpunten van de roman. De foto’s en schilderijen onthullen een waarheid, terwijl de doop van het schip in volle glorie de vernietigende kracht van het kapitalisme symboliseert. In de roman is het vuur het onderliggende thema (Prometheus-motief) dat terugkeert in de motieven oorlog en industrieel kapitalisme. Een kernzin van de roman is: ‘De mens was geworden wie hij was door het vuur’. Het vuur en de mens zijn onafscheidelijk. Het vuur inspireert, maar vernietigt ook. De wereld wordt beheerst door het vuur van verlangen en wrok. Volgens het motto dat Wieringa zijn roman meegaf, ‘is de geest vrij om op volle kracht te werken’ als de vuren zijn gedoofd. Dan bereiken we de staat van ‘Nirwana’, geen levenloze toestand maar ‘juist leven en kracht’. Wieringa schreef een omvangrijke meeslepende roman waarin heden en verleden op boeiende wijze zijn verbonden en zich oplossen in een verlossend ‘Nirwana’.
kunsttijdschriftvlaanderen.be gebruikt technische cookies die noodzakelijk zijn voor de werking van de website.