“Mahler is zijn muziek.” (p. 15) schrijft em. hoogleraar psychologie Jan Auke Walburg. En “de strijd tussen het leven en de dood, of tussen de mens en zijn lot” is een “thematiek die Mahler vaker behandelde” (p.112). Het zijn zeer terechte beweringen die niemand zal tegenspreken. Mahlers ervaringen, zijn turbulente gevoelsleven, zijn passie voor Alma, de dood van een dochtertje, zijn grote liefde voor de natuur, uiteenlopende sonore impressies … alles wat Mahler beleeft, wordt muziek.
De auteur schetst vooreerst een beeld van Wenen ten tijde van Mahler en hangt daarna een kort portret op van de componist zoals hij uit zijn werk naar voor komt. Dan volgt een kort overzicht van wat biografisch aan de symfonieën voorafging waarna de tien symfonieën – dus ook de onvoltooide Tiende – én Das Lied von der Erde een voor een besproken worden. Die bespreking gebeurt heel systematisch: telkens heeft hij het achtereenvolgens over het ontstaan van het werk in biografische context, geeft hij een beknopte analyse van de muziek, gaat het over de betekenis en verschillende mogelijke interpretaties van de symfonie, en behandelt hij kort de ontvangst van het werk door pers en publiek. In een derde deel bespreekt hij tenslotte ‘De waardering van Mahler na zijn dood’ en ‘De plaats van Mahler in de symfonische traditie’. Zijn uiteenzetting lardeert hij met talloze citaten uit brieven en aantekeningen van Mahler zelf en van tijdgenoten.
Af en toe is voor de niet ingewijde de uitleg over vorm en structuur nogal cryptisch en verwarrend, wordt de gebruikte terminologie onvoldoende geduid. Wat te denken bijvoorbeeld van een zin als “De structuur van de finale” – het gaat hier over het vijfde deel van de Zevende – “lijkt op een coda maar voldoet daar niet aan omdat de typische ontwikkelingen ontbreken.” (p. 127)? In welke zin die finale op een coda lijkt en wat die ‘typische ontwikkelingen’ van een coda dan wel zijn, wordt evenwel nergens nader verklaard.
De berg literatuur over Gustav Mahler heeft in de voorbije decennia gigantische proporties aangenomen. Aan al die literatuur die uiteraard grotendeels Engels- en Duitstalig is, voegt dit boek niets nieuws toe, maar in ons taalgebied is het een welgekomen aanwinst die een relatief korte, samenvattende en tegelijk toch diepgravende blik biedt in elf van de meest complexe symfonische werken ooit geschreven.
|