De Tweede Wereldoorlog bestaat uit een rist van dramatische gebeurtenissen waarvan miljoenen burgers tegen wil en dank deelgenoot worden gemaakt. Mechelen is daarin niet meer dan een klein puntje op de internationale oorlogskaart. Talrijke Mechelaars vertolken hierin slechts een figurantenrol. Hun daden hebben wel een aanzienlijke impact op het lokale niveau. Ieder vecht immers zijn eigen oorlog uit.
Zo’n 95 % van de Belgische burgers kozen tijdens de oorlog voor overleven en keek links noch rechts. Wie deed dat niet en sloot zich aan bij het verzet of bij de collaboratie? Vaak werden vrienden van voor de oorlog elkaars aartsvijanden onder het bezettingsregime van de Duitsers. Oorlog haalt steeds het beste maar ook het slechtste in de mens naar boven. En wanneer hij eindelijk voorbij is, duurt het generaties eer de wonden geheeld zijn. Families worden uiteengereten, burenruzies escaleren tot onverzoenlijke vetes. Zwarten en witten maken deel uit van dezelfde naoorlogse maatschappij, maar mijden elkaar als de pest. Ook nu nog. De gevolgen van de Tweede Wereldoorlog slepen nog vele decennia voort in de hoofden van wie hem overleefde. De oorlog is en blijft overal.
Dit boek over Mechelen tijdens de Tweede Wereldoorlog oordeelt niet over de keuzes die mensen maakten. Het boek vertelt de lotgevallen van een stad en zijn inwoners vanaf 1940. Hoe de stad vanaf de zomer van 1940 het voorwerp werd van een machtsspel tussen wit en zwart, hoe ze werd geregeerd en gebruikt voor ideologische agenda’s, en hoe ze tot slot werd meegesleurd in een draaikolk van toenemend geweld. Uiteindelijk liep dat uit in de donkerste pagina’s van de 20ste eeuw. Mechelen en de Dossinkazerne vormen een geschiedenis op zich. De kazerne werd een doorgangskamp voor gedeporteerde Joden en anderen op weg naar de vernietigingskampen in het oosten. Daarnaast speelden zich in de stad talloze grote en kleine drama’s af, en werd ze gruwelijk geteisterd door duizenden tonnen geallieerde bommen, gevolgd door de vernietigingskracht van de nieuwe Duitse V-wapens.
In hun rijk gestoffeerd en mooi uitgegeven boek zetten de historici Geert Clerbout en An Rydant op een voor eenieder bevattelijke wijze de oorlogsgeschiedenis, de tweede in amper 25 jaar tijd, van hun stad uiteen. Zij doen dat zonder oordeel te vellen en laten de feiten veelal voor zichzelf spreken. Het bronnenmateriaal, waarover beide schrijvers konden beschikken, is aanzienlijk te noemen.
Achtereenvolgens komen onder meer de meidagen van 1940 aan bod, de intocht van de Duitsers en de installatie van hun bestuur, het economische en het dagdagelijkse leven in de stad, de bombardementen, de bevrijding, de deportaties, de repressie en het herstel. De meeste aandacht van het schrijversduo gaat uit naar het verzet (haast tweehonderd pagina’s) en de collaboratie (de helft minder). Veel aandacht werd aan de verzorging van de illustraties besteed.
Wel is het bijzonder jammer te noemen dat zo’n kwaliteitswerk door het leven moet zonder bibliografie en, erger nog, zonder register. Hoe is het mogelijk: een historisch-wetenschappelijk boek van 750 pagina’s zonder register. Dat vind ik persoonlijk een grote tekortkoming.