Het is dit jaar net vierhonderd jaar geleden dat Johan De Witt werd geboren. Samen met zijn broer Cornelis (°1623) wordt hij vooral herinnerd door hun beider spectaculaire einde, de lynchpartij op 20 augustus in het Rampjaar 1672. Ter gelegenheid van de tentoonstelling ‘De Wereld van Johan de Witt. Kunst uit het hart van de zeventiende eeuw’ in het Dordrechts Museum van 26 april tot 26 oktober 2025 verschijnt ‘De wereld van De Witt. 1625-1672’ onder redactie van Marianne Eekhout, Ineke Huysman en Carolyn Mensing.
Deze rijk geïllustreerde publicatie is geen klassieke tentoonstellingscatalogus en evenmin een traditionele biografie. Het is een bundel, waarin vier specialisten in een zestal behapbare bijdragen een nieuw licht werpen op een van de belangrijkste politici uit de Nederlandse geschiedenis. Dat nieuwe perspectief steunt op onderzoek van de uitgebreide correspondentie van niet minder dan 25 000 bewaarde brieven. Die geven een unieke inkijk in Johans ideeën, relaties en keuzes en maken de wereld om hem heen tastbaar. Het op basis van de briefwisseling vernieuwde onderzoek laat de auteurs toe inzicht te geven in het persoonlijke leven van Johan de Witt als zoon, broer, echtgenoot en vader en een completer beeld van hem te tekenen.
Marianne Eekhout, conservator geschiedenis bij het Dordrechts Museum, en Ineke Huysman, senior onderzoeker bij het Huygens Instituut/NL-Lab en projectleider van de digitale editie van de briefwisseling Johan de Witt, leiden de bundel in. Vervolgens bespreekt Eekhout de figuur van Johans vader Jacob de Witt als de architect van de dynastie en laat ze zien hoe Jacob het familiefortuin opbouwde en zijn zonen, die hij overleefde, in de politiek introduceerde. Huysman belicht de rol van Johans echtgenote Wendela Bicker, die Johan als zijn tweede ziel steunde tijdens crisissen en maakt zo de cruciale, maar vaak onzichtbare bijdrage van vrouwen aan de geschiedenis zichtbaar. Historicus Luc Panhuysen, auteur van de bekroonde klassieker ‘De Ware Vrijheid. De levens van Johan en Cornelis de Witt’ (202516), bekijkt Johan als staatsman en ambtenaar, maar ook als een mens met een unieke persoonlijkheid. Historisch letterkundige Jean-Marc van Tol, die aan een romantrilogie rond Johan werkt, onderzoekt de relatie met de Oranjes, die minder zwart-wit blijkt dan altijd verondersteld werd, en met de Stuarts. Hij laat zien hoe De Witt moest schipperen tussen de Oranjes en de Stuarts en tussen Engeland en Frankrijk in tijden van handels- en zeeoorlogen. Tot slot reflecteren Eekhout en Huysman over Johans gewelddadige dood op 20 augustus 1672 en gaan ze in op zijn ‘naleven’, zijn verder leven in de collectieve – aanvankelijk mondelinge - herinneringscultuur en zijn blijvend gebruik als inspiratiebron tot op vandaag.
De bundel situeert Johan de Witt op een bevattelijke wijze in de 17de eeuw, geeft een nieuw verfrissend beeld van de mens achter de politicus en verweeft de geschiedenis met de kunst van de 17de eeuw. Noten, een literatuurlijst van archieven, gedrukte bronnen en werken, een illustratieverantwoording en een register vervolledigen deze fraai op een handzaam formaat uitgegeven publicatie, die beslist uitnodigt tot een bezoek aan de gelijknamige tentoonstelling. Wel hadden de full-page afbeeldingen vooraan, tussen de hoofdstukken en achteraan ook duiding mogen hebben.