In de ‘Salle du Jeu de Paume’ gelegen in het schilderachtige park van het imposante kasteel van Chantilly, op een kleine vijftig kilometer ten noorden van Parijs, loopt tot 5 oktober 2025 de interessante tentoonstelling over ‘Les Très Riches Heures du duc de Berry’. Het is een unieke kans om dit wereldberoemde manuscript in zijn volledigheid te bewonderen, want omwille van de restauratie ervan werd het handschrift uiteen gehaald en de voornaamste folia worden afzonderlijk gepresenteerd. Straks wordt het opgeborgen in een speciale koffer, nog uiterst zeldzaam uitgehaald en getoond. Uiteraard wordt in de tentoonstelling ook aandacht besteed aan de Franse prins zelf, aan zijn verzameling waarvan enkele andere handschriften worden gepresenteerd en aan de pedigree van dit getijdenboek. Voor wie de tentoonstelling niet kon bezoeken verschenen ertwee interessante boeken: een uitgebreide Franstalige catalogus en een uitgave waarin enkel de bijdragen uit de Franstalige editie vertaald in het Engels werden overgenomen. Dit laatste boek werd door de Vlaamse uitgeverij Hannibal uitgegeven en wordt hier voorgesteld. Ze concurreren met elkaar omwille van hun pracht. Beide zijn monumentale uitgaven, beide zijn uitermate rijk geïllustreerd en allebei werden de boeken samengesteld door kunsthistoricus-paleograaf Mathieu Deldicque, directeur van het Musée Condé en van het Musée vivant du Cheval van Chantilly. Beide publicaties zijn op zich meesterwerken qua drukkunst en qua vormgeving.
Op zich is het uiteraard niet erg dat het door Hannibal uitgegeven boek dezelfde artikels heeft opgenomen, weliswaar vertaald in de Engelse taal. Het Engelstalige boek zal ongetwijfeld een breder internationaal publiek bereiken dan de Franse publicatie. In een twintigtal hoofdstukken wordt het verhaal van het overbekende handschrift ‘De getijden van de hertog van Berry’ in al zijn mogelijke facetten toegelicht. De inhoud wordt in vijf delen voorgesteld. Logisch dat als aanvang aandacht wordt besteed aan het leven van hertog Jean du Berry met aandacht voor zijn verzameling. Het tweede deel behandelt de beroemde gebroeders Van Lymborch, die het meesterwerk verluchten en ongetwijfeld vorm gaven. Ook hun oeuvre, hun belang en andere werken uit hun rijke carrière worden toegelicht. Verder wordt dieper ingegaan op het getijdenboek, op andere meesters die eraan werkten, op de stilistische betekenis van de miniaturen voor de kunstgeschiedenis en dergelijke meer. Een artikel over de restauratie en de problemen die daarbij komen kijken ontbreekt evenmin. De inhoud zal zeker een basis voor de verdere studie op het gebied van miniatuurkunst vormen. Het zijn alle boeiende, verrijkende essays, die stuk voor stuk wetenschappelijk onderbouwd zijn. Het uitgebreid eindnotenapparaat per artikel en een volwaardige bibliografie achteraan illustreren dit.
Deze beknopte inhoudelijke bespreking mogen we zeker niet afsluiten zonder te wijzen op de vele kleurrijke illustraties en de fraaie boekarchitectuur. Honderden volle bladzijden zijn gevuld met uitermate keurig gedrukte afbeeldingen, vooral uit het handschrift maar evenzeer uit andere manuscripten als vergelijkend materiaal of als aanvullende documentatie. Vooral willen we hier de aandacht vestigen op de bijna eerste bladzijden van het Hannibalboek waar de meeste bekende miniaturen met hun kalenderbladzijde op groot formaat werden afgedrukt. Een streling voor het oog. Al even interessant zijn de laatste (ongenummerde) bladzijden van de uitgave. Daar wordt het Chantillyhandschrift weliswaar op kleiner formaat in zijn volledigheid afgebeeld. Dit is om diverse redenen interessant, zo kan het gemakkelijk worden bestudeerd en het is leuk om te bekijken. Dit komt in de catalogus niet voor. Er zijn trouwens duidelijke verschillen tussen beide uitgaven, want in het Hannibalboek zijn de catalogusnotities bijvoorbeeld weggelaten en wordt onze aandacht ook op de afbeeldingen gevestigd. Ook de boekarchitectuur is anders maar fraaier. En de lazuurgekleurde randen van de bladzijden zorgen voor verbeelding en aandacht. De uiterst stevige en kleurrijke kaft was een terechte must.
Achteraan het boek werd een uitgebreide colofon toegevoegd met referenties naar de tentoonstelling in Chantilly en allerlei druktechnische gegevens, zoals gebruikelijk. Een lijst van de auteurs en hun functies ontbreekt evenmin. Ondanks onze terecht lovende beschrijving van deze uitgave missen we achteraan een index.
Dit doet natuurlijk niets af van de inhoud en van de kwaliteit van de afbeeldingen, waarvoor uitgeverij Hannibal zoals steeds garant staat. Opnieuw een boek van wereldformaat dat straks in alle wetenschappelijke bibliotheken en op vele boekenplanen thuis zijn plaats zal innemen.