Hieronder vindt u de jongste recensies. Selecteer een genre, vervolgens selecteer de recensie die u wenst u te bekijken en klik tenslotte op 'Lees recensie'.
De Vlaming Luk van Haute (°1963) is een universitair docent Japanse taal en cultuur en heeft als literair vertaler zijn sporen verdiend. Zijn nieuwste boek heet ‘Trein naar Kamakura’. Luk van Haute deelde zijn boek op in een tiental hoofdstukken met, bij elke reis, één of meerdere schrijvers als “kapstok”. Wie kent niet Goethes vers: “Wer den Dichter will verstehen/ Muss ins Dichters Lande gehen”? Lukt van Haute zegt het hem na: “Door een paar uur in hun wereld door te brengen, meen ik het personage en zijn auteur een stukje beter te begrijpen.” De keuze van de auteurs is grotendeels bepaald door wat hij zelf heeft vertaald. Dus geen Tanazaki of Kawabata, die slechts zijdelings ter sprake komen, wel Oë, Mishima en Murakami en een reeks minder bekende auteurs als Soseki Natsume, Osamu Dazai of Yoko Ogawa. Luk van Haute beschouwt zichzelf als een gangmaker en niet als een poortwachter. Een poortwachter selecteert Japanse auteurs op hun “Japanse eigenschappen”. De harakiri van would-be samoerai Mishima, de geisha-erotiek van Kawabata of het fetisjisme van Tanizaki, waren voor Westerse lezers tegelijk bizar, exotisch en uiteindelijk herkenbaar. Hoe groot was de verrassing en ontgoocheling, voor sommigen dan toch, toen een hedendaagse succesauteur als Haruki Murakami zijn personages naar de Beatles deed luisteren en spaghetti liet eten. Katten duiken inmiddels zo vaak op in hedendaags Japans proza dat hun verschijning een nieuw Japans cliché dreigt te worden. Omgekeerd werken de af te vinken bezienswaardigheden voor een Japanse toerist in Europa soms op westerse lachspieren. Maar daar gaat dit boek niet over. Het hedendaagse Japan schijnt zijn eeuwenlange isolering nu wel te hebben overwonnen. Toch blijkt de eeuwenoude mythe van de zevenenveertig krijgers, platgewalst tussen de trouw aan hun heer en aan de keizer, in latere vormen door te werken. De spanning tussen “ninjo” (persoonlijke emoties) en giri (sociale plichten) bleef voortleven toen er van samoerais geen sprake meer was. Luk van Haute geeft gelukkig veel informatie en duiding over de schrijvers die hij met liefdevolle nieuwsgierigheid heeft vertaald. Naar het einde toe krijgt de lezer interessante commentaar over concrete vertaalproblemen die met de particuliere eigenschappen van het Japans maar ook met andere valkuilen van de vertaalarbeid te maken hebben. Het reizen zelf komt uiteraard uitvoerig aan bod. Zo gaat Luk van Haute op hetzelfde bankje zitten als de schrijver Shuichi Yoshida. “Ik ga op het vermoedelijk correcte bankje zitten, sluit met hangend hoofd mijn ogen, sper ze na een poosje met geheven hoofd weer open en zie… de fontein, de bomen en het Imperial Hotel in het juiste perspectief.” Meestal lukt dit spelletje niet. Japan is grondig veranderd, soms nog nauwelijks herkenbaar. Elders lijkt het of Luk van Haute wat te uitvoerig uit een reisdagboek citeert: “Ik ben om 9:23 uur vertrokken vanaf Shin-Koenji, de plek in Tokio waar ik verblijf, met de bedoeling om 10:19 uur de shin-kansen te nemen in Shingawa, maar in Shinjuku verloopt de overstap van metro naar Yamanote-lijn vlot genoeg om al de hst van 10:07 uur te halen.” Passages als deze hadden gerust plaats mogen maken voor een aantal illustrerende foto’s. Tenslotte bevat de inleiding deze verontrustende maar helaas niet toegelichte waarschuwing: “Net als elke andere gids kan ook deze literaire reisgids misleidend zijn, zij het uit onkunde of uit kwade wil. In dat laatste geval zijn de redenen mogelijk ideologisch, of is er simpelweg eigenbelang in het spel.”
kunsttijdschriftvlaanderen.be gebruikt technische cookies die noodzakelijk zijn voor de werking van de website.